“Op ons kan je vertrouwen”
Sinds het seizoen 23-24 verplicht Voetbal Vlaanderen elke voetbalclub om een Aanspreekpersoon Integriteit, kortweg API aan te stellen. De club-API moet er voor zorgen dat elke speler en speelster in een veilige en inclusieve sportomgeving kan voetballen. Wij spraken met Jeroen en Joke, die deze rol bij OLVAC op zich nemen.
Laat ons beginnen bij het begin: stel jezelf eens voor.
Joke: ‘Ik ben Joke Diels, mama van twee OLVAC-jeugdspelers. In het dagelijks leven ben ik maatschappelijk werker bij de Stad Antwerpen. Het is vanuit die insteek, als mama maar ook als deskundige dat ik de rol van API opneem.’
Jeroen: ‘Ik heet Jeroen Stevens. Ik ben actief in de sportieve werking van de club en professioneel werk ik als leidinggevende bij de sociale dienst van de jeugdrechtbank. Mijn specialisatie is jeugdbescherming. Dan is de link naar de functie van API gauw gelegd denk ik.’
Zijn jullie de enige API’s van OLVAC?
Joke: ‘Nee, we zijn met z’n vieren. Fatiha Lamghari is een leerkracht lager onderwijs en Liesbeth Verpooten is huisarts. Zij zijn beiden ook OLVAC-voetbalmama’s.’
Jeroen, jij was hier al van voor de verplichting mee bezig?
Jeroen: ‘Absoluut. Ik doe dit al enkele jaren. Mag ik meteen zeggen dan ik de term API een beetje ongelukkig gekozen vind? Ik spreek liever over vertrouwenspersoon. Dat is een term die voor veel mensen wellicht bekend in de oren klinkt. Maar goed, Voetbal Vlaanderen heeft voor API gekozen, dus doen we het daarmee.’
Vertel eens, wat is een API?
Jeroen: ’Een API is een laagdrempelig aanspreekpunt waar sporters, ouders, trainers, bestuurders, vrijwilligers, kortom iedereen die bij OLVAC betrokken is, terecht kunnen met hun vragen, vermoedens of klachten over grensoverschrijdend gedrag.’
Joke: ’Wij zijn in de eerste plaats een luisterend oor. Wie ergens mee zit, kan bij ons terecht. Als je voelt dat op één of andere manier jouw grens overschreden is, op eender welk domein, en je vindt het moeilijk om er binnen het eigen team over te praten, spreek ons dan aan. Je kan met eender welke vraag bij ons terecht, zolang het maar aan OLVAC gerelateerd is.’
Hoe kan men jullie contacteren?
Joke: ’Je kan ons aanspreken of een melding doen via de website (zie onze API-pagina, nvdr).
En wat gebeurt er dan?
Jeroen: ’Nogmaals, we laten je altijd eerst aan het woord. We luisteren zonder jouw verhaal in vraag te stellen. We zijn er om te helpen, niet om te oordelen. We nemen elke melding ernstig. Als dat nodig is, verwijzen we je door naar gespecialiseerde hulpverlening.’
Joke: ’Inderdaad, wij zijn een aanspreekpunt, geen hulpverleners of onderzoeksrechters. En al helemaal geen sensatiejournalisten. Je mag op onze absolute discretie rekenen!’
Jeroen: ’Elke melding wordt door alle API’s samen behandeld, we werken als een team. Dat betekent niet dat je jouw verhaal moet komen doen voor ons vieren. Je kan zelf kiezen bij wie je je het prettigst en veiligst voelt. Met die persoon kan je dan in gesprek gaan.’
Joke: ’Die veilige omgeving is zó belangrijk! Je mag op je twee oren slapen: enkel de API’s hebben toegang tot de API-mailbox en eventuele verslagen. Wij werken volledig autonoom.’
Dat is een pittige verantwoordelijkheid!
Joke: ’Klopt, maar het is van het allergrootste belang dat er binnen OLVAC een veilig en open klimaat heerst. Daarvoor doen we het. We willen ons steentje bijdragen aan een positieve en fijne voetbalomgeving voor iedereen.’
Hoe zien jullie deze opdracht verder evolueren?
Jeroen: ’Op termijn willen we een volwaardige sociale cel uitbouwen, die ook ruimere thema’s kan behandelen. Maar we willen niet lopen voor we kunnen staan. Alles op zijn tijd. Deze eerste stap is van het grootste belang, die willen we eerst verankeren in de werking van onze club.’
Wil je de nieuwe interviews die we hier publiceren zeker niet missen? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.
De OLVAC Meisjes onder 16 zeggen waar het op staat
“Ik hou van iedereen hier”
Een maandagavond in september. Het is een drukte van jewelste op de Wilrijkse Pleinen. Eén van de velden wordt ingenomen door de dames van OLVAC. Onze MU13, MU16 en MU20 zijn aan het trainen. We zijn wat aan de vroege kant en hebben tijd om onze train(st)ers en speelsters bezig te zien. Wat meteen opvalt: een ongelooflijk positieve sfeer. Er wordt veel plezier gemaakt en gelachen. De geweldige vibe blijkt een voedingsbodem voor knap voetbal. Technisch verzorgd, prima samenspel en een duidelijk doel: aanvallen! Het plan was om na de training twee speelsters van de MU16 samen met hun coach Samir aan het woord te laten. Maar het enthousiasme is zo groot dat we binnen de kortste keren omsingeld worden en dan maar besluiten om de groep te interviewen.
Maryam vertelt waarom ze graag voetbalt: ‘Het is een fijne sport. De sfeer in ons team is top, het zijn allemaal leuke meisjes en we hebben goeie coaches. Ik vind het ook heel prettig om sportief bezig te zijn na een lange dag op de schoolbanken.’
En voetbal bij OLVAC heeft iets extra, zegt Douae: ‘Wat ik leuk vind aan OLVAC is mijn team. Ik hou van alle spelers, mijn coaches, van iedereen hier. Zij zijn de reden waarom ik bij OLVAC speel.’
Hasse sluit zich daarbij aan: ‘Dit is mijn derde jaar dat ik voetbal. Ik ben begonnen bij OLVAC en ik ga hier nooit weg.’
Dat een goeie sfeer helpt om als team te groeien, weet ook Hanae: ‘De training vandaag was supertof. We hebben heel goed samen gespeeld, we bouwen aan een écht team.’
Sumaya kijkt al vooruit naar komend weekend: ‘We spelen tegen Duffel. Ik speel graag wedstrijden. Ik ben er altijd klaar voor.’
Het laatste woord is voor coaches Siham en Samir, die breed glimlachend aan de kant staan te genieten: ‘Jongens- en meisjesvoetbal, dat is evenwaardig. Je hebt het gezien, meisjes kunnen ook voetballen! Kom maar op!’
Zoals zovele OLVAC-vrijwilligers zijn ook zij ‘erin gerold’ maar dat betekent in geen geval dat ze het vrijblijvend aanpakken: ‘We moesten er zelfs niet over nadenken om de taak als coach op te nemen. Alles vertrekt vanuit de passie voor de sport en het plezier dat je vindt in het werken met jongeren. Het gaat niet over voetballen alleen. Er is ook het pedagogisch aspect, het steunen en ondersteunen van jongeren en ieders unieke talenten naar boven helpen halen. Willen winnen en kunnen verliezen, ook dat zijn leerprocessen waar wij onze speelsters in bijstaan. Zo’n zaken komen ook van pas in het dagelijkse leven.’
De verwachtingen naar de speelsters zijn helder: ’Plezier vinden in voetbal, dat staat bovenaan. Discipline en respect, daar hameren we ook op. Dan volgt de rest vanzelf.’
Beiden zijn duidelijk aan rolmodel voor alle speelsters. En hun aanpak loont: ‘Ondertussen telt het team maar lieft 15 meisjes! Het is fantastisch om hen elke training, elke match te zien groeien, dat geeft veel voldoening. We zijn zo blij met ons dreamteam, het is echt een genot om hen te zien samenwerken en mekaar te appreciëren en respecteren.’
En dat was het. Nog nooit een interview gedaan dat zó snel voorbij was. Meer moet het ook niet zijn, toch? Alles is gezegd op een paar minuutjes. Zo eenvoudig kan het soms zijn. Zo puur ook.
Wil je de nieuwe interviews die we hier publiceren zeker niet missen? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.
Gabriël Papanikitas en Patrick Willemarck, gewezen scheidsrechters
“Scheidsrechters beslissen in een fractie van een seconde. Dat is niet altijd vanzelfsprekend.”
Het is warm op het terras van de Sportaria. De zomer is in het land, Mariënborgh ligt er verlaten bij, het is er stil. Daar brengen we verandering in door Gabriël en Patrick aan het woord te laten. Beide heren zijn sinds kort scheidsrechter af en vertellen twee uur lang vol vuur over hoe hun hobby hun passie werd.
Vertel eens hoe het begon.
Patrick: “Ik kwam als voetballer niet aan de bak op het niveau dat ik wilde. Toen ik een aankondiging in de krant zag ‘scheidsrechters gezocht’, ben ik eraan begonnen, puur uit interesse. Ik heb een cursus gevolgd en was vertrokken. Dat was in 1979.”
Gabriël: “Ik ben beginnen voetballen samen met mijn tweelingbroer Dimitris (sinds dit seizoen T1 van de Blue Lions, nvdr). Ik speelde bij Valaarhof en Olympia Wilrijk maar ik was niet gedreven, ik kon ook niet zo goed voetballen. Omdat ik wel gek was van de sport, heb ik op mijn 22ste beslist om scheidsrechter te worden.”
En dat is niet de enige parallel, toch?
Gabriël: “Klopt. We hebben allebei snel carrière gemaakt. Ik was zeer gedreven en werd algauw opgemerkt. Ik werd meteen intensief begeleid en voor ik het wist, floot ik wedstrijden van eerste ploegen in provinciale. Als ik daar nu op terugkijk is dat voor mij misschien iets té rap gegaan. Er kwam veel druk bij kijken.”
Patrick: “Dat is ook zo. Scheidsrechters moeten belangrijke beslissingen nemen en krijgen daarvoor maar een fractie van een seconde. Dat is niet altijd vanzelfsprekend. En iedereen weet dat interpretaties kunnen verschillen.”
Gabriël: “Een fout maken is normaal, een scheidsrechter is een mens."
Patrick: “Vergeet niet: scheidsrechters willen ook maar gewoon plezier hebben in hun hobby."
Gabriël: “Wij houden even veel van voetbal als de spelers!”
Daarna is jullie carrièrepad wel anders gelopen.
Gabriël: “Ik studeerde nog toen ik scheidsrechter werd, onder andere in het buitenland, en ik heb uiteindelijk gekozen om me toe te leggen op studeren en werken. Daarom ben ik van de Belgische Bond naar het toenmalige KVV gegaan (Katholieke Vlaamse Voetbalbond, nvdr), daar was de druk minder. Je kon daar ook al eens een wedstrijd overslaan als het werk dat eiste.”
Patrick: “Ik ben blijven fluiten in het provinciale voetbal tot ongeveer 2000. Omwille van een knieblessure ben ik assistent scheidsrechter geworden, dat vergde minder van mijn lichaam. Mijn hoogst gehaalde niveau daar was bevordering (nu Tweede Amateurafdeling, nvdr). Ik heb dat gedaan tot 2010. Toen moest ik stoppen bij de Belgische Bond omdat ik intussen ook tot Referee Observer Futsal was benoemd en deze functie niet mocht gecombineerd worden met de job van scheidsrechter bij de KBVB. In 2011 ben ik dan scheidsrechter geworden in het KVV, daar mocht ik die combinatie wel maken.”
Jij was dus ook actief in het Futsal, Patrick.
Patrick: “Daar ben ik in 1985 mee begonnen. Daar lukte het ook aardig en in 1997 werd ik FIFA scheidsrechter. Dat betekent dat je internationaal fluit. Ik heb veel van de wereld gezien. In Europa heb ik maar drie landen niet bezocht: Albanië, Kosovo en Georgië. In 2006 moest ik stoppen omdat ik de leeftijdsgrens bereikte.”
Dan heb je wel één en ander meegemaakt.
Patrick: “Dat kan je wel zeggen. Om te beginnen is het niveau van zaalvoetballers in professionele competities zoals in Spanje, Portugal, Italië, Kroatie en Rusland waanzinnig. Als Messi eens een hoogstandje doet, zeggen voetbalsupporters ‘wauw’, maar dat zie je in het Futsal twintig keer per match. En dan is er het publiek. In 1998 floot ik de Intercontinental Cup, de kampioen van Europa tegen die van Zuid-Amerika. Moskou tegen Mineira, in een zaal voor 14.000 man. Ik garandeer je, ik heb nog nooit zo hard op m’n fluitje moeten blazen. Je hoort jezelf gewoon niet in die heksenketel.”
Was dat het hoogtepunt van je loopbaan?
Patrick: “Eén van de. Ik heb in 2001 op de UEFA Futsal Euro gefloten. In Moskou was dat. En in 2003 floot ik in Napels de halve finale van die editie van dat tornooi, Tsjechië tegen Oekraïne. Maar het absolute hoogtepunt voor mij was de finale van de Futsal Champions League in 2004. Benfica tegen Madrid, voor 8.000 knotsgekke supporters.”
Jij was een topper!
Patrick: “Ja, maar je moet ook wat geluk hebben. Ik had die finale in 2004 nooit gefloten als het Belgische Action 21 Charleroi in de halve finale niet was uitgeschakeld.”
En jij, Gabriël?
Gabriël: “Ik zat bij de hoogst gerankte scheidsrechters van het KVV en heb meer dan een kwarteeuw op het het hoogste niveau gefloten. Vorig seizoen floot ik mijn laatste wedstrijd op dat niveau, op Mariënborgh nog wel, OLVAC tegen OSSMI. Je weet wel, de wedstrijd die de degradatie van OLVAC bezegelde. Nu fluit ik enkel nog de reserven op zondagvoormiddag, gewoon omdat ik het niet kan laten.”
Patrick, je sprak er al eerder over, na je carrière werd je observer.
Patrick: “Juist. Dat doe ik sinds 2006, nationaal voor KBVB en internationaal voor UEFA in het Futsal. Ik werd toen ook Instructor Futsal Referees voor de FIFA, wat mij fantastische ervaringen in Zuid-Amerika, Azië en Afrika opleverde. Bij de FIFA hield ik er in 2015 mee op, voor UEFA Futsal en KBVB ben ik nog steeds actief. Ik doe dat graag. Ik kan er mijn kwaliteiten die ik als scheidsrechter etaleerde toepassen: goed met mensen kunnen omgaan en problemen oplossen. Emotie van protest weten te onderscheiden. Dat is uiteindelijk wat een goede scheidsrechter kan en doet.”
Gabriël: “Dat is waar wat je zegt, Patrick. Een goeie scheidsrechter blijft zichzelf, luistert niet naar spelers en zeker niet naar het publiek en fluit z’n eigen match, in eer en geweten. En als je dan ook nog respect toont, krijgt je dat terug.”
Wat is jullie link met OLVAC?
Patrick: “Ik was eerst aangesloten bij KFC Turnhout en kon toen dus nog wedstrijden van OLVAC leiden. Toen mijn kinderen begonnen voetballen bij OLVAC maakte ik de overstap en mocht dat uiteraard niet meer. Ik heb op OLVAC vanalles gedaan, ik was één van die vele vrijwilligers die zo typisch zijn voor deze club. Teams begeleiden, chauffeur spelen, elke week zat mijn auto stampvol, wat administratie doen. Ik deed dat allemaal graag, uit overtuiging.
Gabriël: “Ik was aangesloten bij Vremde, dus floot ik ook regelmatig wedstrijden van OLVAC. De vrijwilligerswerking, die ken ik ook. Op een blauwe maandag ben ik hier nog trainer van de scholieren geweest.”
Wat vinden jullie als scheidsrechter van onze club?
Gabriël: “Toen ik daarnet sprak over mijn laatste wedstrijd, heb ik niet alles verteld. OLVAC degradeerde dus , maar ze bleven correct en respectvol naar mij als scheidsrechter toe. Dat is typisch OLVAC. Willen winnen, kunnen verliezen en FairPlay en respect boven alles.”
Patrick: “Ik heb op OLVAC nooit ouders of supporters gehoord die zich roerden. Iedereen is hier altijd zeer sportief, respectvol en beleefd. Ik heb hier nooit problemen ondervonden. Er is wel nog werk bij de ontvangst van de scheidsrechters en dan vooral in de begeleiding van scheidsrechters na afloop van de wedstrijd. Iedereen doet zijn best, maar daar kan OLVAC nog wel wat stappen in zetten. Maar naar ik hoor, zijn jullie daarmee bezig.”
Gabriël: “Dat is precies wat ik ga doen. Ik ga aan de slag als scheidsrechtersbegeleider, in de eerste plaats om de scheidsrechters voor en na de thuiswedstrijden van de Blue Lions te ontvangen maar ook scheidsrechters die bij OLVAC zijn aangesloten te begeleiden."
Patrick: “Dat is superbelangrijk. Scheidsrechters mogen niet aan hun lot worden overgelaten. Een hartelijke, professionele verwelkoming en een waardering voor je prestatie achteraf, dat is onbetaalbaar.”
Gabriël: “En het zit ‘m in de details. Een hand geven na de match, wat ook het resultaat was. Maar zoals ik al zei, dat zit al wel goed bij OLVAC, op dat punt is de clubcultuur een voorbeeld voor velen.”
En stopt jouw taak daar, Gabriël?
Gabriël: “Nee, ik ga ook de terrein- en ploegafgevaardigden begeleiden. Zij zijn een belangrijke schakel is ons positieve verhaal naar de scheidsrechter. We gaan samen voor zorgen dat de niet-sportieve omkadering van de teams, alles wat te maken heeft met administratie en organisatie dé referentie in de regio wordt. En we gaan daar in slagen. Als je het niveau ziet dat hier al gehaald wordt en de tomeloze inzet van de vrijwilligers voelt, dan weet ik, dit komt goed.”
Patrick, heb jij nog een boodschap voor beginnende scheidsrechters?
Patrick: “In de eerste plaats: geniet van je hobby. Als je het goed aanpakt, zal je overal gerespecteerd worden, daar zijn Gabriël en ik het levende bewijs van. En als je de top wil bereiken, begin er dan zo snel mogelijk aan. Doe het als tiener, anders ben je te laat. En daarnaast kan ik alleen maar zeggen, doe je best, leer leven met tegenslagen, leer uit je fouten, durf hoge doelen stellen, geloof in jezelf. En zorg dat je fysiek in orde bent, een scheidsrechter op topniveau moet niet alleen blijvend de spelregelkennis aanscherpen maar ook een atleet zijn.”
En nu?
Patrick: “Het is mooi geweest. 65 vind ik een goeie leeftijd om te stoppen. Ik wil mijn tijd doorbrengen met mijn vrouw, die mij altijd gesteund heeft, en genieten van mijn kleinkinderen. Het is aan anderen nu.”
Gabriël: “Ik vlieg er gewoon in. Knallen met den OLVAC.”
Wil je de nieuwe interviews die we hier publiceren zeker niet missen? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.
Dimitris Papanikits, nieuwe T1 van de Blue Lions
“Blij om terug te zijn”
Op 22 juli, precies op zijn vijftigste verjaardag, spraken we met Dimitris Papanikitas, de nieuwe hoofdtrainer van het eerste team van Kon. OLVAC, de Blue Lions. Dat hij net op deze dag tijd vrijmaakte voor een interview, zegt veel over zijn motivatie. “Ik steek er veel tijd in, maar ik doe het graag. Het is mijn passie,” is zijn nuchtere kijk.
Update eind september 2024: de samenwerking met Dimitris is stopgezet.
Dimitris is een man die je niet veel vragen moet stellen. Hij steekt meteen van wal: “Ik ben vrij laat beginnen voetballen. Ik was al 16 toen een vriend me meenam naar OLVAC. Ik kwam in een heel sterk team terecht en groeide later via de junioren door naar het eerste team. Een geweldige tijd was dat. Ik speelde ook nog bij de reserven van Aartselaar, dat kon toen nog omdat de clubs in verschillende bonden uitkwamen.’
Zijn trainerscarrière begon al heel vroeg. “In het seizoen '93-'94 begon ik als trainer bij OLVAC. Ik werd trainer van de allerjongste voetballertjes, in die tijd heette dat de duiveltjes. Ik behaalde toen ook mijn eerste trainersdiploma, Initiator C. Ik ben dat team 11 jaar blijven leiden en kreeg van OLVAC ondertussen de kans om mijn volgende diploma’s te behalen, Instructeur B en UEFA Trainer B. Dankzij de ondersteuning van OLVAC heb ik zo de basis gelegd om carrière te kunnen maken als trainer. OLVAC stond open voor mijn overgang naar ‘den Belgische’ (de KBVB, nvdr) en zo heb ik ervaring kunnen opdoen bij jeugdteams van Belgica Edegem en KV Mechelen en de eerste ploeg van Verbroedering Hemiksem.”
Voetbaldier Dimitris heeft een goed oog voor talent. “Op een pleintje op het Valaar ontdekte ik Derrick Tshimanga. Ik werd in 2002 jeugdcoördinator bij FC Duffel en nam hem daar mee naartoe. De resultaten in Duffel waren indrukwekkend, al zeg ik het zelf. We hadden een goeie strategie en slaagden erin om heel sterke jeugdteams uit te bouwen. Maar het was natuurlijk vooral Derrick die opviel, de ploegen stonden aan te schuiven om hem in te lijven, zelfs internationale topclubs. Ik ben samen met hem naar Lokeren getrokken. Ik werd trainer van de scholieren en later van de UEFA junioren. Derrick speelde toen al in de eerste ploeg. Dat hij later een mooie carrière maakte (Derrick speelde na Lokeren achtereenvolgens bij Racing Genk, Willem II, OHL, Beveren en Beerschot, waar hij net voor één seizoen heeft bijgetekend. Hij haalde ook één cap bij de Rode Duivels, nvdr), daar ben ik fier op.”
De combinatie privé, werk en voetbal op hoog niveau woog echter zwaar. “Ik zag het vele reizen en de ontelbare uren in de file niet meer zitten. Ik was dan ook heel blij toen OLVAC me vroeg om de eerste ploeg te komen trainen. Ik had veel te danken aan OLVAC en kwam maar wat graag terug op het oude nest. We speelden toen in de eerste afdeling en misten in het eerste seizoen de promotie naar de ere-afdeling maar net. Pas op de laatste speeldag viel het verdict. Het seizoen erna speelden we los kampioen, ik denk dat de tweede op veertien punten stond. In mijn derde seizoen draaiden we mee aan de top van ere-afdeling, maar kort voor het einde van het seizoen kwam er zand in de motor en zijn OLVAC en ik voor een tweede keer uit mekaar gegaan. Ik ging aan de slag bij de U17 van Beveren en had daarna nog een korte passage bij Berchem Sport.”
Daar had hij een zeer slechte ervaring en hield bij het voetbal voor bekeken. “Ik heb nog andere passies in het leven. Ik heb een enorm collectie handtekeningen van celebrities, ben bezeten van het werk van Panamarenko en tussendoor presenteerde ik af en toe op Radio Minerva.” Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en toen OLVAC onlangs opnieuw aanklopte, sloeg de vlam weer in de pan. “Het contact met OLVAC is altijd wel blijven sluimeren. En nu was de tijd rijp. Ik zeg het nog eens, ik heb zoveel te danken aan OLVAC, ik kwam met plezier terug. Ik ben er ook meteen ingevlogen. We hebben een uitgebreide staf samengesteld, allemaal mensen die een positieve voetbalvisie delen. Begin juli hebben we kennismakingstrainingen georganiseerd en fysieke en technische testen afgenomen van een zeer ruime groep spelers.”
Dimitris is ambitieus, maar ook realistisch. “Een ploeg die gezakt is overnemen, is geen cadeau. Maar we benaderen het positief. We zijn ervan overtuigd dat we, hoewel we met een zeer jonge selectie werken, voldoende kwaliteit in huis hebben om een goed seizoen te draaien. Of dat wil zeggen dat we meteen onze plaats in de hoogste afdeling gaan opeisen, valt af te wachten. Er is geen druk om te promoveren. We willen enkel een sterk team uitbouwen dat later in staat moet zijn terug te keren op het hoogste niveau.”
Over hoe hij dat voor mekaar wil brengen, heeft hij duidelijk nagedacht. “Voor mij is er een pool van 35 spelers die in aanmerking komen voor de Blue Lions. We zoeken niet per se de beste spelers, wel de meest complementaire. Het heeft geen zin om vijf spelers die op positie 6 spelen in je selectie te hebben. Spelers moeten op hun beste plaats kunnen spelen. We rekruteren die spelers uit de bestaande kern, uit de U21 en zelfs uit de U17. Met name voor de jongste spelers zorgen we ervoor dat ze alle tijd hebben om zich te ontwikkelen.”
En dan, de bus parkeren en op de counter spelen? Dimitris moet eens goed lachen. “Het systeem dat je speelt, hangt af van de spelers die je ter beschikking hebt. We willen 4-3-3 spelen maar als het moet spelen we in een 4-4-2 of 3-5-1 opstelling. Maar los daarvan willen we aanvallend voetbal brengen, met balbezit op de helft van de tegenstander, dominant zijn.” Onze nieuwe T1 komt helemaal op dreef: “Heb je de match gezien van de Rode Duivels op het EK tegen Roemenië gezien? Dàt willen we. Baas zijn, de tegenstander kapot pressen, gezonde agressiviteit. Wij willen natte truitjes zien, fierheid op het embleem. Wij zijn misschien wel gezakt maar dat wil niet zeggen dat we niet kunnen sjotten. En al helemaal niet dat we ons gaan laten doen. We gaan goeie afspraken maken over de organisatie, hard werken en van daaruit attractief voetbal brengen.”
“Die 4-3-3 moet doorgetrokken worden naar onze jeugd, zo willen we ze opgeleid zien, dat ze in dat systeem kunnen spelen. Maar het tactische aspect is ondergeschikt aan het technische. Alles begint bij een goede basistechniek. Tweevoetigheid, dat is zò belangrijk. Daar moeten we in de jeugd maximale aandacht aan besteden. En natuurlijk, in de allereerste plaats aan plezier maken met vrienden. Voetbal is vriendschap! En voor wie de ambitie heeft en er hard voor wil werken heb ik goed nieuws. Je zal je kans in de eerste ploeg krijgen!” Dimitris prijst de jeugdwerking van OLVAC: “Er wordt ontzettend goed gewerkt in onze club. Nagenoeg de volledige kern van de Blue Lions bestaat uit zelf opgeleide spelers. Allemaal diamantjes, die gasten kunnen sjotten! Dat zegt toch iets over de kwaliteit van de opleiding, die zit echt wel goed. Ik heb zelf jarenlang jeugdspelers opgeleid en ik kan zeggen: we mogen fier zijn op wat we met OVLAC realiseren.”
Na het interview en de fotosessie nemen we afscheid. Voor het afrijden van de parking van Mariënborgh komt hij nog gauw een laatste boodschap meegeven. “Schrijf zeker op dat ik een vrijwilliger ben. Ik ben één van die zovelen die zich belangeloos en met hart en ziel inzet voor blauw en wit. Want dat is toch de échte kracht van Den OLVAC, één grote familie die samen aan iets moois bouwt.”
Wil je de nieuwe interviews die we hier publiceren zeker niet missen? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.